Nog wat traag qua komisch

25-10-2017

Een vreemde ervaring, de eerste aflevering van 'Het geheime dagboek van Hendrik Groen'. En een soort van teleurstellend: waar je de beide tragikomische boeken over deze ploeterende bejaardenhuisbewoner vanaf de eerste pagina slechts met moeite kan neerleggen, weet je na het zien van de eerste tv-aflevering niet goed wat het worden gaat. Niet alle bejaarden waren geloofwaardig krakkemikkig, directrice Stelwagen leek nog best menselijk, vriend Evert was wel érg ingetogen ondeugend en de schampere zusters Slothouwers lagen nog strak aan de ketting.

Ik heb vrienden de Hendrik Groen-boeken wel eens opgedrongen. Zo van dit móet je lezen, probeer maar eens een stukje. Ook mijn meest tegenspartelende slachtoffer - die zelf schrijfster is en iets mompelde van 'oh ja, dat is dat popie boekie' - zat al halverwege de eerste pagina te grinniken. Het zou mij verbazen als 'Hendrik Groen' niet ooit in de Canon des Vaderlands terecht komt. Of tenminste op doktersrecept verkrijgbaar wordt.

Maar maandagavond kwam hier in huis voor de tv het gegrinnik pas na een half uur op gang, toen vriend Evert het licht gewonde hoofd van Hendrik nogal overdadig omzwachtelde met meters verband. Misschien raakten we toen een beetje ontspannen. Begonnen de acteurs op televisie langzamerhand de plaats in te nemen van de boekpersonages zoals die in ons hoofd leefden.

Ook leefde ik op toen ik de typische humor van scenarioschrijver Martin 'De Marathon' van Waardenberg ontwaarde, op het moment dat Evert twee jonkies inschenkt. Hendrik vraagt hem dan met opgetrokken wenkbrauw: "Zo hoe is het met je suiker?". "Prima", zegt Evert, "je moet de groeten hebben."

Het komt vast allemaal goed. In het Trouw-interview van zaterdag zegt regisseur Tim Oliehoek zelf ook dat aflevering 1 misschien wat donker is, maar dat vanaf aflevering 3 de pret begint.

Wel een beetje tricky, zo'n trage start, alsof we hier allemaal nog alle tijd van de wereld hebben. Veel van mijn vrienden en familieleden wonen inmiddels 'in het bos waarin gekapt wordt' zoals een van hen het laatst zo cynisch omschreef.

In een andere serie van Max lijken de bomen juist tot in de hemel te groeien: 'Jonge Valken', over de zich steeds weer verjongende horecafamilie Van der Valk. Ook een uniek onderdeel van ons Nederlandse cultuurlandschap, deze vruchtbare dynastie van ondernemers: sinds overgrootvader Martinus van der Valk - zelf de jongste in een gezin van 24 kinderen - vanaf 1929 begon te bouwen aan een horeca-imperium telt zijn stamboom nu meer dan achthonderd namen. Waarvan er meer dan honderd aan het roer staan van een eigen Van der Valk-bedrijf.

Vanaf vorige week wordt een aantal telgen uit de vierde en vijfde generatie gevolgd. Frisse, hardwerkende, ondernemende, handen-uit-de-mouwen-stekers. 'Ze hebben allemaal het sjouw-gen', vertelt Gera van der Valk, zelf van de koude kant, maar ook geen stilzitter.
Vanavond zien we hoe haar dochter en schoonzoon Marije en Thijs in hun gloednieuwe hotel in Nijmegen een groep van 250 studenten gaan ontvangen. Die er komen eten, feesten en slapen. Ik voorzie veel vlekken in het nieuwe tapijt. En ben benieuwd hoeveel geduld de jonge Valken weten op te brengen.

   <<<later                                                                                            eerder>>>