Volkswijk vs Vondelpark
Zaterdag bood NPO2 bij toeval een boeiende confrontatie Rotterdam-Amsterdam. Of zo u wilt rechtse aanpakkers versus linkse doemdenkers, volkswijk versus Vondelpark.
Eerst blikte geschiedenisprogramma 'Andere Tijden' terug op de begintijd van Leefbaar Rotterdam, dat in 2002 onder leiding van Pim Fortuyn in een klap de grootste partij werd in Rotterdam. Half Nederland stond op zijn kop toen deze 'populisten' zo veel succes hadden. Waar moest dat heen, hoe zou dat gaan? 'Andere Tijden' trok nu, vijftien jaar later, een heldere conclusie: Leefbaar Rotterdam maakte een glansrijke gang van boze burgers naar betrokken bestuurders.
'Geen woorden maar daden' heette de aflevering natuurlijk en erg prettig was dat de mannen uit de begintijd van Leefbaar Rotterdam - zoals Ronald Sørensen, Marco Pastors en Frans van der Hilst - hun verhaal konden doen zonder zich te hoeven verdedigen. Hun morele gelijk werd niet de hele tijd in Frage gesteld zoals dat vaak wel gebeurt als rechtse 'volkspolitici' voor de camera komen.
De mannen - veelal oud-leraren die in hun klaslokalen ervoeren dat het de verkeerde kant opging met de multiculturele samenleving - zijn inmiddels allemaal wat grijzer, gezetter en deels al met pensioen, maar kunnen terugkijken op een reeks successen. Zoals het stoppen van de verloedering van station Rotterdam Centraal en het sluiten van de tippelzone aan de Keileweg. Sørensen: "De meisjes die daar aan de Keileweg werden uitgebuit waren voor 100 procent kinderen met een psychiatrisch probleem. Dat hebben wij beëindigd."
Ook al tekenen allerlei strubbelingen en conflicten de geschiedenis van Leefbaar Rotterdam, de partij werkte serieus aan het smeden van eenheid. Pim Fortuyn schakelde mental coach Roger Kramer in omdat de partij was als 'een groep kikkers in een kruiwagen die alle kanten op wilden'. Kramer leerde de fractieleden elkaar te waarderen door ze onderling te laten praten in een open kring zonder tafels of paperassen ertussen. "Als er niets tussenstaat, dan werkt dat."
Even later zaten we bij 'Nieuwsuur' juist aan een tafel vol paperassen, in een woonkamer aan het Amsterdamse Vondelpark. Hier geen daden maar woorden: leden van bewonersvereniging Vondelpark bespraken met gefronste voorhoofden het populisme van nu.
En het was als een scène met Van Kooten en De Bie, zo cliché ging het er aan toe.
Zo stelde een bezorgde dame: "Of wij die befaamde elite zijn? Ik spreek liever over de haves and the havenots". Een buurvrouw: "Echt, ik vind praten met mensen die minder gestudeerd hebben en armer zijn héél boeiend. Ze staan veel directer bij het leven dan wij. Maar je moet ontzettend uitkijken voor een soort adoratie voor 'het volk'". Verenigingsvoorzitter Jaap van Kampen beaamde dat hij in een bubbel leeft: "Ik doe mijn best hoor, maak een praatje met de verkoper van de straatkrant en dat soort dingen. Maar ja, dat is weinig hè."
Het was onthutsend om te zien dat dit theekransje niet veel anders wist te doen dan bang zijn voor het eigen prettige hachje. Terwijl deze Amsterdammers de Wilders-en-Fortuyn-fans betichtten van emotioneel stemgedrag, voerde hun eigen onderbuik in feite ook het hoogste woord.