Blijfkijken is prima, maar pas op voor een overdosis Onze man bij de Taliban

24-01-2023

Series bingen zou afstompend zijn, en niet goed voor je. Maar hoor je ooit mensen zeggen: "Wát, heb je nu alweer vijf uur op de bank een boek zitten lezen?". Een fijn relativerend artikel in het blad &C (van Chantal Janzen) over het genot van eindeloos voor het scherm blijven hangen. Het citeert de Britse psycholoog Claudia Hammond, die bingewatchen in weerwil van het slechte imago 'in veel opzichten de volmaakte vorm van rust' noemt. Voel je dus vooral niet schuldig wanneer je deze gure winter toegeeft aan je kijklust. Al moeten we er toch echt eens een goede Nederlandse term voor bedenken. Marathonkijken? Doorstaren? Blijfkijken?

Bij een complexe serie als De Stamhouder is bingen zelfs de aanbevolen kijkmethode: ik hoor veel mensen klagen dat ze na een week wachten op de volgende aflevering moeite hebben er weer in te komen. Begrijpelijk, want alle hoofdfiguren in De Stamhouder - over het oorlogstrauma in de familie van journalist Alexander Münninghoff - worden door twee verschillende acteurs gespeeld, in een jongere en een oudere versie. En het verhaal zwiert door de tijd. Daarom kan De Stamhouder het beste níet met mate worden genuttigd, maar in grote brokken worden opgeschrokt.

Dit kijkadvies ga ik absoluut niet geven voor Onze man bij de Taliban, de intense serie van Thomas Erdbrink en Roel van Broekhoven die zondag startte bij de VPRO. Hij is het resultaat van maanden door Afghanistan reizen, om mensen te spreken die niet wisten te vluchten toen de Amerikanen het land verlieten en de Talibanstrijders weer binnen denderden. Om er een parallel universum te creëren. De hel op aarde. Ik kan het niet anders zien.

Veel beelden in Onze man bij de Taliban maken fysiek beroerd. Zeker de scènes op het vliegveld van Kaboel, waar in augustus 2021 duizenden mensen wanhopig probeerden een plek te bemachtigen in de laatste vliegtuigen naar de vrijheid. Sommigen klampten zich vast aan de buitenkant en vielen na het opstijgen te pletter. De dood als beter alternatief.

Erdbrink loopt met een soort luchtige tred door de krankzinnige maatschappij die Afghanistan nu is. Waar de vrijheden steeds verder worden ingeperkt, de armoede groeit, er geen werk is, vrouwen worden uitgewist. Hij straalt een naïeve, neutrale nieuwsgierigheid uit, waarschijnlijk de enige manier om de gewapende Talibanstrijders niet al te achterdochtig te maken.

Wanneer Erdbrink een van de leiders interviewt over de positie van vrouwen, hoor je alleen maar onzin. Een lulverhaal over dat die domme gansjes te gemakkelijk hun liefde verspillen en dus maar beter niet vrij rondlopen.

Tranen in mijn ogen om het gesprek met een jonge televisiejournaliste, die dapper doorgaat met haar presentatiewerk voor een private zender. Ze vertelt dat júist in de openbaarheid komen de beste kans biedt om te overleven: wanneer ze in het verborgene thuis zou zitten, zou het nauwelijks opvallen mocht ze opeens verdwijnen.

Die vreselijke, vreselijke kerels met hun baarden en geweren. Erdbrink krijgt er 25 mee als escorte voor een 'ongedwongen' bezoek aan een markt, waar uiteraard geen mens hem eerlijke antwoorden durft te geven. Je zou de beelden bijna satire noemen, maar dit soort terreur is alleen maar gruwelijk. Gedoseerd tot je nemen.

<<<Het water komt                                                                                             Blijven gaan>>>