Heldhaftige taferelen op een Zeeuws slavenschip, de geschiedenis bijgewerkt

01-07-2021

"Dan maar liever de lucht in." Wie goed heeft opgelet tijdens de lessen vaderlandsche geschiedenis pavlovt bij deze woorden linea recta naar Jan van Speijk, de commandant die liever dood ging dan zijn kanonneerboot aan den vijand over te geven. Maar wie kent het verhaal van de Neptunus, het Zeeuwse slavenschip dat voor de kust van Ghana werd opgeblazen door heroïsch vechtende Afrikanen, toen hun bevrijdingsactie mislukte? Tot voor kort zo'n beetje niemand. En dat terwijl de wanhoopsdaad - waarbij vierhonderd mensen het leven lieten - een van de meest dramatische slavenopstanden uit de Europese geschiedenis is.

Presentatrice Sosha Duysker deed woensdag in de NTR-documentaire 'Opstand op de Neptunus' licht schijnen over de duistere gebeurtenissen in 1783-1785, waarover pas in 2016 voor het eerst een gedetailleerd boek werd geschreven, door historicus Ruud Paesie. Een verhaal dat smeekt om een film. Duysker reisde alvast af naar Ghana om bij de slavenforten langs de kust - er staan er nog dertig - een levendig gevoel te krijgen bij de papieren historie.

En dat lukte haar goed. Vast meer dan haar lief was. Een bezoek aan een nu doodstille kerker waar soms duizend mensen zaten vastgeketend in afwachting van overzees transport, het moet voelen als het betreden van een martelkamer. Of een gaskamer. Zeker voor Duysker wier familie Ghanese roots heeft.

Iets waarover tijdens haar jeugd weinig werd gesproken. Nu wil ze er alles over weten.

Duysker ontdekt dat ook in Ghana niet iedereen over het slavernijverleden wil praten. Veel voorouders werkten mee aan het systeem: het waren Ghanezen zelf die hun medemensen uit het binnenland wegsleepten. Zeker de families van gemengd bloed - veel Europeanen trouwden met Ghanese vrouwen om een economische positie te krijgen in het land - vormden een spil in de handel.

En dit lijkt Duysker nog het meest te shockeren: keiharde commercie staat centraal in deze slavernijgeschiedenis. Wie er iets duivels achter zoekt komt niet uit bij haat of racisme, maar bij de afgod Mammon. Handel is handel, vieze handen of niet. Of zoals historicus Michel Doortmont van de RU Groningen stelt: "Dat er een moreel probleem is als Afrikaanse en Euro-Afrikaanse personen zich bezighouden met slavenhandel, is vooral iets van onze tijd. Het was een handel die geaccepteerd werd."

Maar wij kunnen niet anders dan moreel blokkeren, als kinderen van onze tijd. Te bedenken hoe die mensen crepeerden in zo'n donker scheepsruim. Kapotgaand aan de scheurbuik, tussen de lijken. Een dode meer of minder, het maakte blijkbaar niet uit.

Sommige Afrikanen zaten al acht maanden opgesloten toen de overtocht naar Amerika nog moest beginnen. Ze wisten uiteindelijk uit te breken, doodden hun bewakers, dreven weg met het schip. Boten en bootjes snelden toe. Om de gevangenen te helpen in hun vrijheidsstrijd? Welnee. Gewoon om een deel van 'de lading' te kapen, een graantje mee te pikken.

Op het eind van de documentaire stelt historicus Feilx Nguah basale vragen, die blijkbaar meer tijdsgebonden zijn dan we denken: "Hoe kunnen mensen andere mensen zo behandelen?" En: "Mogen geld en handel ons geweten en onze moraliteit verblinden?" Wie praten over het slavernijverleden ingewikkeld vindt, kan bij deze laatste vraag genoeg moderne thema's vinden.

<<<Meelijden en Vlamingen                                      Sorry voor mijn broertje>>>