De valkuil en de tweede viool

12-09-2016

Een boze brief in Trouw, afgelopen vrijdag: deze krant had niets geschreven over het jubileumconcert van de Jostiband, het vijftig jaar oude orkest van mensen met een verstandelijke beperking. "Wij zijn hierover zeer ontstemd", schreef J. Lamoré uit Naaldwijk. "De maatschappij is veranderd, deze mensen zijn nu ook maatschappelijk geëngageerd. Hun show heeft dit laten zien en u doet het zwijgen ertoe."


Nou, maar zaterdagavond zat ik dan toch op het puntje van mijn stoel te kijken naar de tv-registratie van het concert. Met de koning op de eerste rij van de uitverkochte Ziggo Dome.

Het werd een feestelijk besluit van een muzikale tv-week, die vorig weekend begon met een documentaire over dat andere, ook best belangrijke Nederlandse orkest: het Concertgebouworkest. Dit staat volop in de spotlights vanwege zijn gloednieuwe Italiaanse dirigent: Daniele Gatti. De CloseUp-aflevering 'Ouverture voor een dirigent' schilderde een boeiend portret, waarin de 54-jarige maestro zijn angsten benoemde: "Ik ben niet bang voor de muziek, het orkest of de muziekwereld. En ook niet voor de mensen, die iets wel of niet goed vinden. Waar ik wel bang voor ben, dat is God." Gatti vertelde dat hij is geboren in een diep gelovig gezin en zich permanent afvraagt wat zijn missie is: "Uiteindelijk gaan we allemaal dood met de angstige vraag: is het waardevol wat ik heb gedaan, te midden van al die duizenden fouten?"

Hij schetste de dirigentenvalkuil van de ijdelheid: "We beginnen misschien met een goed hart, maar het risico is groot dat je de muziek gaat gebruiken voor je eigen ego. Ik kan niet zweren dat ik de muziek nooit heb misbruikt om zelf te stralen, maar ik hoop van niet."
Nederig in dienst staan van de muziek: een wiebelige balans voor de grote dirigent. Ook voor de meer dan honderd mensen van de Jostiband? Welnee! Die stralen zich gewoon helemaal suf als ze een concert geven. De muziek is er voor hen, niet andersom! Het was zaterdagavond onmogelijk om niet geraakt te worden door het enthousiasme, de emoties en de humor van deze muzikanten. Muziek maken is voor hen feest maken. Het spatte van de buis af.

Met wel een kritische noot voor de regie: de totstandkoming van de show kreeg zó veel aandacht, dat de muziek zelf de tweede viool speelde. Vrijwel geen enkel nummer werd in zijn geheel uitgezonden, permanent werd geschakeld naar achter de schermen of werden interviews getoond. Het was lastig luisteren naar hoe goed de Jostiband wel of niet is.

Maar die interviews leverden wel nieuwe inzichten op. Zo leerde muzikant Peter (met het syndroom van Williams) me dat je iemand met een verstandelijke beperking gewoon kan vragen wat zijn probleem is. Zoals je iemand met een gebroken been ook vraagt wat er is gebeurd. Wat een simpel, goed advies.
Eens kijken of ik ergens dat roze T-shirt kan bestellen, dat veel medewerkers droegen: "Jostiband Orkest, te gek".

<<<nieuwer                                                                                  eerder>>>